In 1977 trouwde ik met Zita. ´n klassieke trouwerij met toeters en bellen. Alles leek leuk te gaan. We waren druk bezig ons huis in te richten. Samen spulletjes kopen. Muurtjes verven. Gordijntjes ophangen. Vloerbedekking uitzoeken. In de badkamer stond een lavet wat ik er op een gegeven moment maar heb uit gesloopt. En er een ligbad voor in de plaats heb geplaatst. Kortom, we waren lekker bezig volwassen te worden. Huisje, boompje, beestje, zeg maar. Maar er was iets met mijn vrouw. Het was eind maart. Pasen. Zita zat in het bad. Ik zat op de wasmand. En wilde weten wat haar dwars zat. Zit je niet goed in je vel schat? Is er iets ergs gebeurt op je werk? Na een uur lullen braken de waterlanders door en kwam het hoge woord eruit. Ze was verliefd op Ben. En Ben op haar. En nou wist ze niet hoe het nou verder moest. Dit had ik niet zien aankomen en was er behoorlijk kapot van. Wat moest ik hier mee? Dus ik bad en smeekte.  Laat me niet alleen. Zoek een andere baan. Maar ze moest nadenken. Er brak een vervelende tijd aan. Voor allebei. Of in ieder geval voor mij. Zita was duidelijk niet van plan om snel een einde te maken aan de relatie met Ben. En had weinig begrip voor mijn verdriet. Het liep tegen Pinksteren en er was nog niets veranderd. Ook praten leek zinloos. Ze was verliefd en daar kon ze ook niks aan doen dus.  

Het was de donderdag voor het pinksterweekeind. Toen ik thuiskwam lag er een briefje op de tafel.  

Ik ben met Ben een lang weekeind naar Valkenburg om na te denken. Om na te denken…Zul je goed voor de poes zorgen. Na een uurtje vloekend door het huis te hebben gelopen heb ik de kat in z’n nekvel gegrepen en naar het asiel gebracht. De volgende morgen met een zware kater een ander slot gekocht voor op de voordeur. Op dinsdag werd aan de deur gebeld. Ze was boos. Als of je zo’n beslissing zo maar een twee drie kunt nemen. Maar zes weken en een uitgebreid weekeindje neuken in Valkenburg leek mij ruimschoots genoeg tijd. Ik heb haar er niet meer in gelaten. Ga maar naar Ben. De scheiding was snel geregeld en ik bleef met een halflege flat zitten. De eerste weken voelde ik me reddeloos verloren en in de steek gelaten. Een bijkomend verzachtende troost was wel dat ik een week na Pinksteren mijn rijbewijs haalde. Pa en ma hadden zo met mij te doen dat ze mij mijn eerste autootje kado deden. Een Simca rally. Klein sportstuur, kuipstoeltjes, Brede wielen, spoilers voor en achter, getint glas. Kortom een echte jongensdroom. En zo probeerde ik uit alle macht om weer vrijgezel te zijn. Ik stortte mij in het uitgaansleven. Maar ik voelde mij te oud voor de disco. (23) Jongens en meiden die daar kwamen waren toch minstens wel drie vier jaar jonger dan ik. Ik had het gevoel dat ik over gebleven was. In de plaatselijke disco mocht ik aan het begin van de avond als er nog geen mens binnen was. De plaatjes aan elkaar lullen. Tot er voldoende volk binnen was. Dan nam de vaste dj met zijn veel vlottere babbel het over. Of zijn vriendin waar hij mee samen woonde. Samen draaide Ruud en Inge vaak in de disco of allebei ergens anders. Ze woonde in de flat tegen over mij. ’n Heel gezeul met kisten vol met singeltjes. Vaak ging ik met Ruud, na dat de disco dicht ging om twaalf uur, nog even de stad in. Achter de wilde wijven aan. Ruud nam het allemaal niet zo nauw. Inge bleef dan meestal thuis. En scheen het allemaal niet zo belangrijk te vinden. Toen ik hen op een vrijdag avond belde om te vragen of ze zin hadden in een avondje stappen bleek Ruud draaien in den haag. Inge was noodgedwongen thuis zonder vervoer. En ik had sinds kort een autootje. Dus. Gaan we toch samen stappen stelde ik voor. Maar dat kon ze niet maken zei ze. Toen volgde een lang telefoongesprek met heel veel dubbelzinnigheden en uiteindelijk stond ze een half uur later voor de deur. Voor het eerst sinds lange tijd had ik weer eens een vrouw in mijn bed. Tot dat we om vier uur de auto van Ruud aan de overkant van de straat zagen parkeren. Ze schrok zich lam. Graaide haar kleren bij elkaar en vertrok.  Na een half uur stond Ruud aan de deur. Boos. We vloekten en scholden een uurtje tegen elkaar. En toen hebben we er maar een biertje bij gepakt. De volgende dag moest Inge werken in de plaatselijke disco en ben ik met Ruud gaan stappen. Op die avond stelde hij mij voor aan zijn nichtje Olga. Eigenbelang wand dan bleef ik in ieder geval van zijn chickie af. Olga was een beest in bed toen ze de week erop bij mij binnen kwam had ze bij de voordeur haar slip al uit. De rest volgde en lag door de hele gang verspreid. Alleen haar laarzen hield ze aan. De volgende morgen werd er al heel vroeg gebeld. Nog voor half twaalf. Op de deur gebonsd. Toen ik de gang in keek zag ik dat er iemand door de brievenbus keek. Ik schoot snel in mijn spijkerbroek en liep naar de deur. Voor de deur stond een man met een erg rood hoofd. Hij wilde onmiddellijk mijn vader spreken. Die woont hier niet zei ik. Je moeder dan. Die woont bij mijn vader zei ik. De man werd zo mogelijk nog rooier. Is mijn dochter hier wilde hij weten en probeerde naar binnen te stappen. Hoe heet je dochter? Olga kom onmiddellijk mee, riep hij in de gang. Nog net op tijd wist ik de deur voor zijn neus te sluiten. Door de gang naar de slaapkamer lopend raapte ik al haar kleren bijeen. Ze was ondertussen ook wakker geworden en stond nog slaapdronken naast het bed met alleen haar laarzen aan. Ik pakte haar hand vast en liep nog voor ze wist wat er gebeurde met haar naar de deur. Ik trok de deur open haar vader stond er nog. Ik duwde hem een bundeltje kleren en daarna z’n dochter in zijn handen. De galerij op en de deur weer dicht. Ik had weinig trek in een ruziënde vader en dochter in huis.  

De volgende dag sprak ik Ruud die lag helemaal in een deuk toen hij me zag. Hij had het hele verhaal al gehoord. Olga was die middag naar Ruud en Inge gevlucht. Om daar haar beklag te doen. Weet je trouwens hoe oud Olga is? vroeg hij mij. Ik keek hem bedenkelijk aan. Antwoordde negentien toch? Ruud schudde lachend zijn hoofd. Achttien?  Ze is vijftien. En ze mag toch voorlopig niet buiten. Dus volgend jaar zien we wel verder. Zijn haar tietjes ook misschien wat gegroeid. We lachten en trokken maar weer eens een fles bier open.    

Een paar weken later kwam ik Jan tegen. Jan was binnenschipper en vaarde met zijn vrouw Marianne op het familiekapitaal. Het schip was van zijn ouders maar die waren naar de wal verhuist toen zijn vader in het ruim gedonderd was en zijn heup brak. Waarna hij moeilijk liep en meestal in een invalide karretje zat. Ik kende het stel omdat ze regelmatig op het bevrachtingkantoor kwamen waar Zita werkte als receptioniste. Jan had van Zita gehoord dat ons huwelijk al in het eerste jaar was gestrand. Hoewel zijn vrouw en Zita dik bevriend waren koos hij duidelijk voor mijn kant. Of ik zin Heb om vanavond mee te gaan naar de balletuitvoering van zijn nichtje. Weer een nichtje dacht ik. Hoe oud? vroeg ik hem. Tweeëntwintig geloof ik. Maar wat doet dat er toe man er zijn driehonderd meiden die mee doen. Zit altijd wat bij. Dus ok ik mee naar de balletuitvoering van de balletschool van zijn nichtje Joke. Ik heb in de periode vlak na de scheiding nog vaak gedacht aan die dame die mij de weg naar het toilet wees. Maar ja, achteraf is ’t mooi wonen. Ik had niets dan woede in mijn lijf. Naar al wat vrouwelijk is. Was zeker niet van plan ooit nog van iemand te gaan houden. En had pure schijt aan wat de dames van mij vonden. Echtgenoten, verloofden, vriendjes. Het interesseerde mij allemaal niks.