Geduldig afwachtend op het juiste moment om toe te slaan. Giftig speeksel hangt in slierten aan zijn bek. De waterbuffel kijkt op en ziet de varaan. 

Springt met alle kracht opzij. Weg van zijn belager. De varaan richt zich op. Een explosieve spierbundel ontpopt zich. Struiken staan in de weg. De waterbuffel maakt nog een sprong. Weg van de varaan. De varaan richt zijn drie meter lange lijf hoog op. Springt. Hapt. Weet nog net de achterpoot van de waterbuffel met zijn kaken te bereiken. De waterbuffel trapt fel naar achteren. De varaan doet verder geen moeite. Laat de waterbuffel, die loeiend weghinkt op drie poten. Het kwaad is reeds geschied. Tegen beter weten in graast de buffel verderop zijn galgenmaal. Zou hij weten dat zijn tijd gekomen is? De varaan weet het. Zijn giftig speeksel zal hem uiteindelijk doen wankelen. Op gepaste afstand volgt hij de waterbuffel. Zoekt met zijn tong de geur van zijn prooi. Die aangeslagen van hem weg strompelt. Vechtend tegen het hem verzwakkend gif in zijn bloed. Vermoeid kijkt hij naar de varaan doet hij een poging om bij hem weg te komen. Struikelend. Stapvoets volgt de varaan. Hij weet dat het niet lang meer zal duren. Geduldig wachtend. De waterbuffel laat zijn kop al hangen. Als hij de varaan ziet naderen doet hij een laatste poging weg te komen. Dronken stort hij neer. De varaan komt dichterbij. De waterbuffel tilt zijn kop op. Kijkt met grote ogen naar de uitdrukkingloze kop van de varaan. Die gretig zijn tanden in zijn buik zet. De waterbuffel loeit een laatste doodskreet. De enorme klauwen en de meedogenloze bek trekken de weerloze waterbuffel in één beweging open. Traag glijden zijn darmen uit zijn lijf. Weer stoot de varaan zijn bek diep in het weerloze lijf. Een bebloede hoef trilt nog even na.