“Je bent 12 nu, dus je mag kiezen. Wil je bij mij of bij mama wonen?” Je haalt je schouders op. “Liever bij jou. Maar mama..” “Je kunt dan wel naar mama toe wanneer je dat wil. Schat. 
Waarom moet je nou huilen?” ”Mama zegt dat ze voor de trein springt als ik bij jou wil gaan wonen.”