Amsterdam 

Na een uurtje zoeken waar ik mijn auto kan parkeren verlaat ik tevreden de bewaakte parkeergarage. Langzaam schuifel ik tussen duizenden toeristen door het centrum. In een schoenenwinkel weet ik mij even te onttrekken aan de gigantische drukte. “He lieverd, kan ik je helpen?” vraagt een veel te dik, veel te oud meisje, veel te vriendelijk met een veel te Amsterdams accent. “Kijk even rond goed?” zeg ik. Ik lach maar eens vriendelijk terug. Ook niet goed wetend wat ik met zo veel overdreven vriendelijkheid aan moet. Misschien had ik dat beter niet kunnen doen. “Maatje 43 proberen?” vraagt ze als ik vol verbazing een paar knalroze pumps met glittersteentjes in maat 47 bekijk. Gelukkig word ik gered door een groep Aziatische mensen die in een soort polonaise binnenkomt. Het bejaarde meisje maakt zich van mij los en stort zich vol overgave op de toeristengroep. Snel weet ik van de gelegenheid gebruik te maken. Om mij maar weer buiten tussen de menigte te begeven. Even verderop schiet ik een kroeg binnen. Waar het zo vol zit dat ik moet zoeken naar een plekje om te kunnen zitten. Een jong stel met twee jengelende kleine kinderen maakte aanstalten om te gaan. Dus ik wacht.... Even... Na een minuut of wat neem ik plaats aan het klein tafeltje met een Perzisch kleedje erop. Als ik koffie besteld heb komt er een heilsoldaat tegenover mij zitten. Onhandig legt hij zijn pet op tafel. Waardoor het vaasje met de twee tulpen om valt en het kleine beetje water wat erin zat in rap tempo over het kleedje mijn kant op komt. De man verontschuldigde zich. Maar het kwaad is al geschied. Mijn kruis is al nat. Na de koffie loop ik weer buiten langs rood verlichte ramen. Een uiterst schaars geklede dame tikt plots op het glas. Verrast draai ik mij naar haar om. Ze lacht naar me en tilt een grote borst met twee handen op. Als ze naar mijn natte broek kijkt veranderd de uitdrukking op haar gezicht en trekt ze snel de bordeauxrode gordijnen dicht. Tja. De broek plakt vervelend aan mijn lijf. Eigenlijk heb ik het wel weer gezien hier. Het bruisend uitgaansleven. Ik worstel mij door de drukte langs de grachten naar de parkeergarage waar ik € 24,50 afreken. Bij mijn auto aangekomen valt mij meteen op dat er aan het portier is geprutst. Ik mis niets. Ik heb ook niets in het zicht laten liggen. Zelfs het dashboard heb ik leeg en opengelaten. Ik start mijn auto en dan bedenk ik. Mijn camera in de kofferbak. Voor ik wegrij trek ik de bagageruimte open. En ja hoor.. Weg.